“Wendbare, innovatieve verenigingen zijn de peper en het zout van het verenigingsleven”
Tom Van de Velde staat sinds september 2020 aan het roer van Dijk92, het regionaal cultuur-en erfgoedplatform van 9 Oost-Vlaamse Gemeenten, en is sinds enkele jaren actief BSAE-lid. Tom bouwt aan samenwerkingen die de sector versterken en doet dat voornamelijk door te luisteren naar mensen. Ook voor zijn leden gelooft hij dat wie wendbaar is en naar het vereniging 3.0 model neigt echt het verschil kan maken.
Tom Van de Velde, afgestudeerd als regisseur aan het RITS, startte zijn carrière destijds als producer. “Bij mijn eerste jobs ging het in feite ook al over het bij elkaar brengen van de juiste mensen om een goed product af te leveren. Ik besloot wel als freelancer te stoppen om meer zekerheid te hebben. Daarop kon ik aan de slag bij Cultuurnet Vlaanderen, nu bekend als publiq. Als partnermedewerker in mijn eigen regio (rond Aalst) werkte ik er ook aan mensen samenbrengen, overtuigen, en hen leren werken met ons product, UiTPAS, spaar-en voordeelprogramma voor vrijetijdsactiviteiten. Na het werken bij Cultuurnet ben ik binnen cultuurorganisaties gebleven. Dat blijft me aantrekken doordat de collectiviteit en het feit dat ik graag voor die Vlaamse organisaties werk. Het feit dat je in een koepelvereniging zit en dat je mensen aanspoort om er samen iets beter van te maken. Later bij Herita ging dat over de erfgoedsector proberen boven zichzelf te laten uitstijgen. Bij MuseumPASSmusées, en ook bij Dijk92 nu gaat dat weer over hetzelfde: hoe kunnen cultuuractoren samenwerken om op die manier een groter en diverser publiek te bereiken?”, verduidelijkt Tom.
In 2020 ontstonden zo’n 20 regiosamenwerkingsverbanden voor culturele organisaties, na het wegvallen van de culturele bevoegdheden voor provincies. Dijk92 was er één van. Vanuit Vlaams niveau is men dan wel samenwerking op regionaal niveau gaan stimuleren. “Het is een samenwerkingsplatform voor 9 Oost-Vlaamse gemeenten, waarbij cultuur-, erfgoed-, en archiefwerkingen samen gaan werken. Zo zijn er bibliotheken die elkaar vinden om dingen beter te organiseren, zoals de jeugdboekenmaand, collectiebeheer, … Maar bijvoorbeeld ook de cultuurcentra die samenwerken om grotere voorstellingen naar de regio te halen of eigen publiek uit te nodigen ook ‘ns andere centra te bezoeken.”
Dijk92 is geen typische ledenorganisatie, al ziet Tom wel veel gelijkenissen. “Ik zie de 9 gemeenten binnen de regiosamenwerking eigenlijk als onze leden. Naast de subsidies die we krijgen betalen die gemeenten een bijdrage per inwoner om bij Dijk92 te horen. In ruil voor die bijdrage levert Dijk92 diensten aan die vereniging, qua kennisopbouw, innovatie, … We proberen kennisinstellingen en de rest van de markt erin te betrekken. In die zin spiegel ik me heel graag aan het Vereniging 3.0 model. We zijn dan wel geen typische beroepsvereniging of sectororganisatie als gesubsidieerde organisatie, toch herken ik heel veel uitdagingen en dynamieken die er spelen. Ik geloof dat er meer organisaties binnen onze sector gebaat zouden zijn om eens naar BSAE te kijken. Ik denk maar aan CULT bijvoorbeeld, het netwerk van cultuurhuizen. De cultuursector kan er veel bij winnen om wat transversaler te gaan werken. Daarom alleen al vind ik het interessant om met collega’s van andere sectoren in contact te komen.”
Verschillende vormen van engagement
Dijk92 organiseert ook vormingen voor de cultuurorganisaties binnen de 9 aangesloten gemeenten. “Net als bij overkoepelende organisaties leven ook daar vragen rond vernieuwing van het bestuur en hoe leden en vrijwilligers geëngageerd houden. En een van de hoofdvragen blijft ook: hoe verzoenen we het doel van onze vereniging met de what’s in it for me van een lid of vrijwilliger”, geeft Tom aan.
Als het gaat over engagement vragen van leden/vrijwilligers bieden de vormingen van VrijwilligersWerk Werkt een schema aan dat aantoont dat je niet meteen een engagement als bestuurder moet willen verwachten. “Ze gaan zelfs zo ver om te stellen dat als je iemand heel snel wil wegjagen uit je vereniging, je ze voor je bestuur moet vragen. Ze hebben een model dat spreekt over verschillende maten van engagement, dat kan gaan van een engagement op event- of taakniveau tot een engagement op bestuursniveau. Er zijn er weinigen die meteen willen aansluiten bij het bestuur. Het lijkt me belangrijk de vinger aan de pols te houden en te horen wat mensen wel of niet zien zitten. En als je die dan kan vasthouden daarvoor, of eens iets anders kan vragen. Zo groeien die banden.”
De verenigingen die er binnen zijn regio momenteel het best uit komen, stemmen overeen met het Vereniging 3.0 model, zegt Tom. “Corona heeft dat heel duidelijk gemaakt. Zo is er bij ons in de buurt een buurtcomité De Lustige Geburen dat jaarlijks een kermis organiseert. Tijdens corona hebben die zich totaal heruitgevonden en een alternatief geboden door een regionale radio te maken (De Lustige Geburen vinden Bellekermis opnieuw uit). Verenigingen die innovatief bezig zijn, geen schrik hebben zich heruit te vinden en op zoek gaan naar een nieuw verdienmodel. Ze zijn ook op zoek gegaan naar andere sponsors, subsidies, enzovoort.”
“Verenigingen die wat wendbaarder zijn en tegen vrijwilligers zeggen: ‘Enkel zin om communicatie te doen? Geen probleem. Maar van die bestuursvergaderingen daar moet je je niets van aantrekken.’ Dat zijn voor mij de meest spannende verenigingen om mee te werken. Maar dat zijn ook degene die het peper en zout van het verenigingsleven vormen.”
Corona- van een nood een deugd maken
Corona heeft ons geleerd om van een nood een deugd te maken, dat illustreerde het verhaal al van het buurtcomité dat van de organisatie van een kermes kermis naar regionale radio ging. “Maar daarnaast blijf ik erop hameren dat luisteren een van de essentiële zaken blijft voor een vereniging en verenigingsprofessionals. Tijd nemen voor mensen en goed zien of lezen wat de boodschap is of wat men wil zeggen en daar dan iets mee doen. Daar maak je het verschil mee. Zo kan je verbinding tussen mensen brengen, verbanden zien tussen bepaalde vragen van mensen.”
Dat doe je door een combinatie van face-2-face gesprekken en surveys. “In het voorjaar 2021 hebben we tijdens de lockdown gevraagd hoe het met de verenigingen ging. Hoe hielden ze contact met de leden? Wat zijn hun noden? … We deden een oprechte bevraging. Daar kwamen een aantal zaken uit en op die noden spelen we nu in. Dus ik vind surveys een heel waardevolle tool om te gebruiken. Ook na onze acties gaan we altijd gaan bevragen wat goed of minder goed was. We zijn een organisatie die bij uitstek met publieke middelen bezig is, dus ik vind het heel belangrijk dat die ook op een zo goed mogelijke manier worden ingezet. Omdat dat over de centen van elk van ons gaat. Dus moeten we daar heel veel respect voor hebben en die zo goed mogelijk gebruiken, vind ik.”